Gepubliceerd:
In dit artikel:
Tekst:
Fotografie:
Oud-hoogleraar Obstetrie & Gynaecologie en Voort- plantingsgeneeskunde Didi Braat heeft in haar indruk- wekkende loopbaan veel onderzoek gedaan naar vruchtbaarheidsstoornissen en stellen begeleid in hun wens om zwanger te worden. Tijdens haar carrière zijn er veel technieken ontwikkeld om de kans op een zwangerschap te vergroten. Maar, zo zegt ze, deze geven geen garanties. Haar belangrijkste boodschap aan mensen die zwanger willen worden is: wacht niet te lang. Na je vijfendertigste loopt de vruchtbaarheid van een vrouw terug én heb je meer kans op een miskraam.
Zelf werd ze pas ná haar vijfendertigste voor het eerst moeder. “Ik was altijd aan het werk. Een arbeidstijdenwet was er in die tijd nog niet. Ik was zo druk, ik dácht er niet eens aan. En in die tijd wisten we ook nog niet dat het effect van je leeftijd op je vruchtbaarheid zo groot is. Ik heb geluk gehad dat we twee fantastische kinderen hebben gekregen, maar ik heb ook twee miskramen gehad.
Dat heeft waarschijnlijk toch met mijn leeftijd te maken gehad.” “Ik merk dat voorlichting nog steeds heel belangrijk is. Veel vrouwen denken vaak: ‘Ik kan altijd later nog zwanger worden.’ Maar zo vanzelfsprekend is dat voor veel mensen niet. Als je kinderen wil, dan moet je dat niet te lang uitstellen, bijvoorbeeld tot na je opleiding tot medisch specialist. Ik heb me daar in het Radboudumc ook altijd sterk voor gemaakt. De Raad van Bestuur heeft zelfs budget vrijgemaakt om afdelingen waar een aantal specialisten in opleiding tegelijk met zwangerschapsverlof gaan, in staat te stellen extra artsen aan te nemen. Zo voorkom je dat anderen niet overbelast raken.” Didi wist als vijftienjarig meisje al dat ze arts wilde worden. Tijdens haar artsenopleiding deed ze mee aan een onderzoek over hormonen en de menstruatiecyclus. Haar interesse was gewekt. Hoe kan het dat de meeste vrouwen gewoon iedere maand ongesteld worden, maar dat het bij sommige vrouwen niet zo werkt? Didi: “Die interesse werd de basis voor mijn verdere carrière. Na mijn afstuderen ben ik de opleiding tot gynaecoloog gaan doen met een specialisatie in de voortplantingsgeneeskunde.”
Deze specialisatie gaf Didi de kans om ook in het buitenland ervaring op te doen. “Nadat mijn zoon was geboren, zijn we als gezin een jaar naar London geweest. Daar heb ik als gynaecoloog gewerkt en onderzoek gedaan, zowel in Londen als in Bourn Hall, de kliniek waar in 1978 de eerste IVF-baby was ‘ontstaan’. Een geweldige ervaring voor mij, maar ook voor ons als jong gezin. In die tijd gebeurde er veel op het gebied van de fertiliteit. Vanuit de hele wereld kwamen mensen naar Bourn Hall. Ik herinner me dat ik daar college heb gegeven aan een groep Japanse gynaecologen die geen vragen stelde en waarschijnlijk geen woord verstonden van wat ik zei, maar alles filmden en de opnames mee naar huis namen.”
“HET GROTE MISVERSTAND? ‘ALS HET NIET LUKT, DOE IK WEL IVF ’”
Didi stond dus vooraan bij allerlei ontwikkelingen en zag veel kansen, maar ook risico’s. “Vroeger ging je trouwen en werd je zwanger. Of niet. En dat was het dan. Met de komst van de anticonceptiepil konden vrouwen hun zwangerschap uitstellen. Eerst de opleiding afmaken, carrière maken, een huis kopen, die mooie reis maken… Maar ondertussen nam de vruchtbaarheid wel af. ‘Dan doe ik wel IVF,’ hoorde ik dan wel eens. Maar dan moet je natuurlijk wel goede eicellen hebben. En ook dan heb je geen garantie.”
Bij IVF (‘in vitro fertilisatie’) krijgen de vrouwen eerst hormonen toegediend om meerdere rijpe eicellen te verkrijgen. Vervolgens vindt de bevruchting plaats in een laboratorium. In de jaren tachtig werden er, wanneer er veel embryo’s waren, ook meerdere tegelijk terug geplaatst, soms wel vijf of zes. Alles om de kans op een zwangerschap te ver groten. Didi deed onderzoek naar de risico’s: “In het begin van IVF was er een jubel stemming! Jippie, een drieling! Je kwam in de krant, kreeg gratis luiers. Feest! Maar ik zag ook de keerzijde van meerlingenzwangerschappen. Vroeg geboortes, spasticiteit, vertraging in de ontwikkeling, kinderen die slecht konden zien. Het was echt niet allemaal zo roos kleurig. Vooral bij drie- en vierlingen, maar ook bij tweelingen bleek het risico op complicaties al groter dan bij een eenlingzwangerschap.”
“STRESS HEEFT GEEN INVLOED OP DE VRUCHTBAARHEID. MAAR HET HEEFT WEL ZEKER IMPACT OP JE”
Artsen gingen richtlijnen opstellen over het aantal embryo’s dat per keer werd teruggeplaatst. Deze afspraken gaven duidelijkheid en ook bescherming. “Want als je bij de terugplaatsing vraagt: ‘We hebben vijf goede embryo’s, hoeveel zullen we er terugplaatsen?’ Dan bestaat de kans dat het antwoord is: ‘Doe maar allemaal, we willen toch een groot gezin.’ Mensen willen zo graag kinderen, dat ze vaak op dat moment de consequenties en risico’s niet kunnen overzien. Daarom moet je daar van tevoren al over praten en afspraken over maken. Dat zijn moeilijke gesprekken. Als je heel graag zwanger wil worden en het lukt niet… Dat is echt verschrikkelijk. Dan wil je élke kans pakken. Als arts wilde ik deze mensen heel graag helpen, maar wel met zo weinig mogelijk risico’s. Ik probeerde dat altijd goed uit te leggen. Ik wilde natuurlijk ook dat het mensen zou lukken zwanger te worden.”
Didi heeft zich haar hele carrière ingezet om mensen die ongewenst kinderloos zijn, zo goed mogelijk te begeleiden en adviseren. “We hebben veel wetenschappelijk onderzoek gedaan en we hebben meegewerkt aan landelijke protocollen. Mensen worden soms opgejut door hun omgeving. Ze krijgen tips om ‘gewoon’ te ontspannen. Maar het is nooit aangetoond dat stress invloed heeft op je vruchtbaarheid. Tenzij je door stress niet meer ongesteld wordt natuurlijk.
De stress van het niet zwanger worden heeft wél enorme impact op jou en je relatie. Als het echt niet lukt terwijl je dat heel graag wil, is dat een van de ergste dingen die je kan overkomen. En dat verdriet gaat nooit helemaal over. Je wordt nu geen vader en moeder. Maar ook later geen opa en oma.”
Ook krijgen mensen van hun omgeving te horen dat ze ‘gewoon’ om hulp moeten vragen in het ziekenhuis. “Dat je als stel niet meteen zwanger raakt, betekent niet dat een van jullie onvruchtbaar is. In Nederland is onderzoek gedaan bij stellen die onbegrepen onvruchtbaar leken omdat alle uitslagen goed waren, maar die later wel spontaan zwanger werden. Door dat onderzoek kon berekend worden wat de kans was op een spontane zwangerschap in het komende jaar.
Vervolgens hebben we onderzoek gedaan bij paren met een goede kans op zwanger schap. De ene helft van de groep kreeg een half jaar nog geen behandeling en de andere helft ging aan de slag met inseminatie en hormoonstimulaties. Wat bleek? De kans op zwangerschap was na 6 maanden even groot in beide groepen.
De Loopbaan van Didi
• Begonnen als arts-assistent op de afdeling Verloskunde en Gynaecologie van de
Maria Stichting in Haarlem (1982-1984).
• Staflid van afdeling Verloskunde en
Gynaecologie van het VUmc (1989-1992).
Daar deed ze ook een tweejarig fellowship op
de afdeling Voortplantings-endocrinologie en
Vruchtbaarheidsonderzoek.
• Fellowship in Reproductive Endocrinology
in Londen (1992-1993).
• Medisch hoofd van het IVF-team van de
afdeling Obstetrie en Gynaecologie van
het Erasmus MC in Rotterdam (1993-1996).
• Universitair hoofddocent en hoofd van de
onderafdeling Voortplantingsgeneeskunde
in het Radboudumc (1996-2001)
• Hoogleraar Obstetrie & Gynaecologie en
Voortplantingskunde en afdelingshoofd
Verloskunde en Gynaecologie in het
Radboudumc (2001-2021).
• Opleider van de specialistenopleiding Obstetrie
en Gynaecologie. (2003-2012 en van 1999-2003
en 2012-2021 plaatsvervangend opleider).
• Met pensioen sinds 2021, maar ze is nog
steeds verbonden aan het Radboudumc en
de Radboud Universiteit als begeleider
van promovendi en als Vertrouwenspersoon
Wetenschappelijke Integriteit.


