Gepubliceerd:

20 november 2024

In dit artikel:

Tekst:

Fotografie:

Als negentienjarige vertrok Desiree van Kleef (37) vanuit Wijchen naar de politieopleiding in Amsterdam. Haar droom achterna, want ze wist al van jongs af aan dat ze politieagent wilde worden. “Mijn vader werkte bij de politie in Nijmegen en Wijchen. Als kind van een agent zijn er twee mogelijkheden; of je vecht ertegen of je gaat er zelf ook voor. Mijn instelling is: ‘Ik ga er maar aan staan en dan kijk ik wat er gebeurt.’ Inmiddels werkt Desiree al achttien jaar bij de politie en is ze sinds drie jaar wijkagent in Oosterhout-Ressen.

“De mooiste kant van werken bij de politie, is dat ik iets kan betekenen voor de maatschappij. Het beeld van de politie is toch veelal dat we boeven vangen en boetes uitschrijven, maar we doen zoveel meer”, vertelt de Wijchense. “Als wijkagent ga ik echt de verdieping in. Wanneer er nood- hulp (agenten die op 112-meldingen en 0900-oproepen afgaan) is geweest, zijn de eerste lijnen uitgezet en ik pak dat dan verder op in mijn wijk. Het is niet alleen handhaven, maar ik kijk juist naar de mens achter het gedrag. Ik probeer het op te lossen of erger te voorkomen, vaak samen met gemeente, zorginstanties in de wijk en collega’s.”

OPLEIDING IN AMSTERDAM

De rol van wijkagent is voor Desiree een fijne, en zeker ook een hele andere dan toen ze in Amsterdam begon als jonge meid. “Ik startte in Amsterdam omdat daar veel politie- agenten nodig waren. In die tijd was er geen plek in Gelderland-Zuid, waar Nijmegen onder valt. Ik heb gesollici- teerd bij de opleiding en kreeg eerst een psychologische en sporttest. Dat wist ik al van mijn vader, dat dat eraan kwam”, zegt ze. “Ze testen je fitheid op allerlei vlakken; op een hindernis- baan, gewichten verplaatsen, alles wat je in de dagelijkse realiteit moet kunnen. Het psychologische deel gaat over hoe jij bent als persoon en hoe je in stressvolle situaties reageert. Een gesprek met een psycholoog, een praktijksituatie waarin je moet laten zien hoe je handelt, dat hoort er allemaal bij.”

Na vier jaar school en stages, ging Desiree aan de slag als hoofdagent (dat ben je na de opleiding). “In het begin van de opleiding is het al heel wat als je zo’n uniform aandoet en daarmee naar buiten gaat. Uniform- gewenning noemden ze dat. We zijn interessanter dan BN’ers, mensen kijken ons echt aan. Waar gaat de politie heen? Als ik dit pak aanheb, weet ik: ik word gezien”, vertelt ze. “Daar heb ik het ook veel met collega’s over gehad, daar moet je wel tegen- kunnen.” “We hebben de wet en daar werken we mee. Soms ben je het als mens niet eens met een aanpak, zoals tijdens de coronatijd. Maar echte jongens en meisjes met een blauw hart, stoppen niet zomaar.”

Werkdag van Desiree 

(Als er geen noodoproepen komen)

8:00 u: Briefing over de wijk met collega’s op het bureau in Nijmegen

9:00 u – 10:00 u: Richting Nijmegen-Noord

10:00u – 15:00 u: Afspraken met diverse instellingen, zoals de regisseur veiligheid van gemeente Nijmegen, jongerenwerkers, straatcoaches, handhavers en bewoners. Tussendoor lunchen op het bureau in Nijmegen.

15:00 u – 17:00 u: Terug naar het hoofdbureau in Nijmegen. Administratie doen, telefoontjes plegen, uitzoekwerk.

8:00 u: Briefing over de wijk met collega’s op het bureau in Nijmegen

9:00 u – 10:00 u: Richting Nijmegen-Noord

10:00u – 15:00 u: Afspraken met diverse instellingen, zoals de regisseur veiligheid van gemeente Nijmegen, jongerenwerkers, straatcoaches, handhavers en bewoners. Tussendoor lunchen op het bureau in Nijmegen.

15:00 u – 17:00 u: Terug naar het hoofdbureau in Nijmegen. Administratie doen, telefoontjes plegen, uitzoekwerk.

APEN IN DE IJ-TUNNEL

“Ik werkte in Amsterdam in de basiszorg van de politie: de noodhulp. Alles wat op 112 of op 0900 binnenkomt, daar gingen we op af. Winkeldiefstal, reanimatie, burenruzie, dieren die uit Artis waren ontsnapt. Liepen er apen in de IJ-tunnel, daar moest ik even van bijkomen”, lacht ze. “De veiligheid van iedereen, die staat altijd voorop. Zo zijn onze protocollen, die kennen we allemaal.

Maar het is heel belangrijk om de praktijk mee te maken, want als je ergens staat bij een verkeersongeval, is het wel even andere koek dan het uit een boek leren.” Het meest heftige dat Desiree in Amsterdam meemaakte, is een schiet- partij waar ze bij kwam. “De meldkamer had onze auto niet gezien, waardoor we vrij onverwachts aankwamen. Er waren al meerdere auto’s bij en veel collega’s  waren bezig de dader op te sporen, maar ik zag het slachtoffer liggen en ging erheen. Ik had die persoon in mijn armen en zag gewoon het leven uit z’n ogen weggaan. Dat is me zo bijgebleven. Daarna hadden we een gesprek met ‘Team collegiale opvang’, collega’s die zijn opgeleid om nagesprekken te voeren. Ze houden in de gaten of alles goed gaat met je. Ik ben een open boek, maar je hebt ook collega’s die zich groothouden. Daarom is die nazorg heel belangrijk.”

“In het begin van de opleiding is het al heel wat als je zo’n uniform aandoet en daarmee naar buiten gaat. uniform- gewenning noemden ze dat”

TERUG NAAR DE FAMILIE

Na negen jaar werken in Amsterdam, besluit Desiree terug naar Nijmegen te verhuizen en daar als agent aan de gang te gaan. “Ik was eind twintig en had zo’n rugzak uit Amsterdam mee, dat merkte ik pas toen ik hier kwam. Het is hier veel rustiger en minder hectisch. Het aantal meldingen is in de Randstad veel hoger en ik merkte dat daar collega’s omvielen. Dat is niet zo gek, het is pittig. Ik kon mijn vader bellen als ik ergens meezat, die begreep mij natuurlijk goed. Dat was fijn. Hij vond het wel spannend dat ik naar Amsterdam ging, maar was vooral supertrots. Uiteindelijk wilde ik vooral graag terug naar mijn familie, hier in de omgeving. Ik ben echt een familie- muts.”

In Nijmegen begon Desiree eerst op de meldkamer, waar ze noodmeldingen aannam en uitzette naar haar collega’s in de stad. “Ik was eigenlijk de lifeline op afstand. Waar nodig stuurden we extra auto’s of hielden contact over een situatie en de veiligheid ervan.” Toch kriebelde het bij de agente om de straat op te gaan. “Eerst combineerde ik nog de meldkamer met het werk op straat, maar sinds drie jaar ben ik wijkagent in Nijmegen-Noord. Mijn dagen zijn nooit hetzelfde, ik weet mijn begintijd van de dag, maar de eindtijd is nooit zeker. Ik werk drie dagen in de week en de andere dagen werkt mijn collega Koen in de wijk.”

Desiree-van-Kleef2

IN DE WIJK ZIJN “Ik rijd regelmatig rond door de wijk, of in het busje of op de fiets. Bij de brandweerkazerne Lent heb ik een kantoortje, daar komen mensen heen voor een afspraak. Het geeft mensen vaak een rustig gevoel als ze mij zien rijden. Soms vinden mensen het ook vervelend of denken ze dat er iets aan de hand is. Iedereen heeft z’n eigen associaties.” Voor Desiree is het belangrijkst, dat ze in haar werk met mensen in gesprek  kan.

“Er is veel jeugdproblematiek in de wijk, daar ben ik wekelijks mee bezig. In samenwerking met Bureau Halt, jongerenwerkers, de straatcoach en de gemeente kijk ik hoe we de jongeren op het goede pad kunnen houden. Kijk, als er jongeren op straat hangen, dan zit daar vaak wat achter. Ik ga in gesprek en hoop te achterhalen waar dat gedrag vandaan komt. Niet meteen het vingertje te heffen. Sowieso krijgt iedereen één kans van mij, maar daar- na is het gebeurd.”

“Ik probeer zoveel mogelijk aan de keukentafel te komen en te signaleren voor er iets gebeurt”, zegt ze. “En: ik vind het belangrijk te laten merken dat de politie er ook is in de positieve situaties. Zo heb ik laatst een verlos- kundige opgehaald die in de file stond. Toen was ik ineens bij een bevalling aanwezig. Of we vinden weggelopen ouderen of kinderen terug, dat is heel belangrijk in ons werk. We willen vooral open zijn en laten zien dat we er echt zijn voor de samenleving. Voor de openbare orde en veiligheid, die staan altijd voorop en daar maak ik me hard voor. Ik wil graag de mooie kanten van de politie laten zien.”