Gepubliceerd:
In dit artikel:
Tekst:
Fotografie:
Anita Friebel en Simone Vos hebben allebei een deel van de Caminho Portugués da Costa gelopen. De Caminoloop je meestal alleen. Maar als je iemand tegenkomt die dezelfde ervaring heeft meegemaakt, dan schept dat meteen een band. Anita en Simone liepen afzonderlijk van elkaar en kijken samen terug op hun bijzondere reizen.
Er zijn een heleboel Camino-routes. Waarom hebben jullie gekozen voor deze route?
Simone: “Ik had een boek gekregen ‘Epic hikes of Europe’ van de Lonely Planet. Daar stond de Coastal in, een kustroute van ongeveer 300 kilometer van Porto naar Santiago de Compostela. En ik wilde heel graag een keer naar Porto. Ik kon de mooie wandeling zo mooi combineren met een stedentrip erna met mijn vriend.” Anita: “Ik ben dol op de kust én ik had maar twee weken. Dan is de keuze voor deze route al snel gemaakt.”
Waarom wilden jullie een Camino lopen?
Anita: “Ik was op zoek naar antwoorden. ‘Waarom ben ik hier?’ ‘Wat heb ik hier te doen?’ Een echte zielsmissie is het niet geworden, maar ik heb zeker antwoorden gevonden. Ik houd enorm van alleen op vakantiegaan, maar ik vond deze wandeltocht wel heel spannend. Ik had de Nijmeegse Vierdaagse al een aantal keer gelopen en ik wandel sowieso graag en met regelmaat in bossen rondom Nijmegen, maar dit is echt totaal anders. Kon ik die enorme afstand wel volhouden? En slapen in hostels? Met stinkende snurkende mensen op een kamer? Kan ik de weg wel vinden? Wat doe ik mezelf aan? Ook na de start bleef die spanning. Er waren meerdere momenten dat ik dacht dat ik verdwaald was. En dan zag ik tóch weer een pijl. Toen zei ik tegen mezelf: ‘Anita, leef nou in vertrouwen!’ Ja, dat is echt wat ik daar heb geleerd.”
Simone: “Ik had eigenlijk geen hoger doel. Ik wandel graag. Ik had vorig jaar de Vierdaagse al gelopen, de Via degli Dei van Bologna naar Florence in 2022 en een heel aantal andere tochten in Italië. In Nederland had ik het Pieterpad gelopen in 2021 en ik ben nu bij Kustpad deel 2 aangekomen. Ik koos voor deze Camino omdat ik iets alleen wilde doen, alleen met mezelf op pad. Ik had namelijk altijd mensen om me heen. Het was een heel bewuste keuze: dít is wat ik nu nodig heb. Ik wilde mezelf bewijzen dat ik dit zelfstandig kon.”
En hoe ging het?
Anita: “Goed! Ik vond het eigenlijk niet eens zo heel zwaar. Het klimmen vond ik wel pittig, maar ik heb geen enkele dag gehad dat ik het niet meer zag zitten. Het is ook een soort mindset. Je stelt je in op 25 kilometer per dag en daar heb je de hele dag voor. Je hoeft verder niets, naast eten, drinken en slapen natuurlijk. Ik had geen pijntjes én prachtig weer, dat scheelt ook. Op een gegeven moment had ik een kleine teen die protesteerde, maar het stikt op de route van de apothekers. En die zijn uiteraard gespecialiseerd in de klachten waar wandelaars mee te maken krijgen. Dus ik kreeg direct hulp.”
Simone: “Ik had wel iedere dag pijn aan mijn voeten, maar dat went. De eerste twee dagen waren pittig. Ik had geen oog dichtgedaan door snurkende zaalgenoten. En mijn benen moesten wennen aan de hele dag in beweging zijn. Maar vanaf dag drie gíng ik gewoon. Meer doelen heb je ook niet. Gewoon lopen. Ik heb nooit gedacht: ‘Vandaag heb ik geen zin.’”
Anita: “Ik ook niet. De laatste dag wilde ik zelfs niet dat het afgelopen zou zijn. Ik heb er extra lang over gedaan, veel koffiepauzes genomen en in alle rust fruit gegeten. Ik stelde het binnenkomen uit, want dan zou het echt voorbij zijn. Het is zo’n bijzondere ervaring. Je bent in een andere wereld. Ik kan dat gevoel met niets anders vergelijken.”


Wat maakt het lopen van een Camino zo bijzonder?Anita: “De afwisseling in het landschap. Ik heb gelopen door dorpen, door een industrieterrein, over bergen, over zand, over vlonders. Het geluid van mijn voetstappen op dat hout, zo prachtig en rustgevend. En tijdens korte pauzes zat ik met mijn blote voeten in het zand. Heerlijk.”
Simone: “Zo herkenbaar! Ik was nog nooit op het platteland van Portugal en Spanje geweest. De mensen zijn daar zo aardig. Je bent even onderdeel van hun leven. Ik vond het halen van de stempels in je wandelpaspoort ook een belevenis op zich. Ik heb stempels gehaald bij winkeliers, in kapelletjes, hotels of gewoon bij een standje op straat.”
Anita: “Je loopt alleen, dus je hebt volop tijd met jezelf. Heel waardevol. Maar daarnaast kom je veel (en regelmatig dezelfde) wandelaars tegen. En dat levert veel mooie en verrijkende ontmoetingen op. Maar ook door niet te praten kun je contact maken. Ik heb mijn eerste dag gelopen met een man uit Slowakije. We spraken elkaars taal niet. Hij sprak ook geen Engels. We hebben vijf uur in stilte gelopen, in hetzelfde ritme. We hebben brood gedeeld, samen een biertje gedronken en niet gepraat, terwijl ik normaal best een kletskous ben. En het was totaal niet ongemakkelijk. Juist heel fijn.”
Simone: “In Nederland kun je ook een tocht lopen, maar daar ga je aan het eind van de dag weer naar huis. Tijdens de Camino leef je in een heel simpel ritme. Opstaan, eten, wandelen, douchen, eten, slapen. Geen make-up, altijd in dezelfde kleren. Het heeft iets meditatiefs. Je doet dit echt voor jezelf.”
Anita: “Ik zag op een gegeven moment een wandelaarster die ’s avonds een leuk jurkje aanhad. ‘Dat wil ik ook!’ dacht ik toen. Ik miste het op een gegeven moment wel om me weer vrouw te voelen. Ik heb toen een jurkje gekocht en met een aantal andere dames uit het hostel een ‘Ladies night’ georganiseerd. Zaten we daar met Teva-sandalen onder onze jurkjes!”
“Tijdens de Camino leef je ineen simpel ritme. Het heeftiets meditatiefs”
Kreeg je ook met tegenslag te maken?
Simone: “Die eerste twee nachten zonder slaap, op een slaapzaal met 20 man, dat hakte er wel in. Ik heb mezelf toen de volgende nacht getrakteerd op een eigen kamer in een bed & breakfast om bij te tanken.”
Anita: “Vaak gaat het slapen op slaapzalen later in de tocht wel beter, je bent dan zo moe dat je toch wel slaapt.”
Simone: “Klopt. En ik had daarna gelukkig ook kleinere slaapzalen. Dat scheelt ook. Verder heb ik wel een dag gehad dat ik een beetje verdwaald was en extra kilometers heb moeten maken. En het was de langste etappe (30 kilometer) van de tocht, dus ik zag er al een beetje tegenop. Dat helpt ook niet. Het is toch een mentale strijd. Als je dénkt dat het lang is, dan wórdt het lang. Maar ik heb ook ervaren: als je eenmaal in je hostel bent, dan ben je het zo vergeten.”
Anita: “Op die ene teen na had ik geen tegenslagen. Ja, in het begin voelde ik dus veel spanning. Kan ik het wel? En toen vroeg iemand me: ‘Anita, aan wie heb je wat te bewijzen? De pelgrims pakten vroeger ook gewoon een lift op een kar als het niet ging.” Dat gaf rust. Het is geen wedstrijd.”
Wat neem je mee op reis?
Anita: “Ik heb alleen maar mooie mensen ontmoet, van over de hele wereld. De wereld is zoveel mooier dan we krijgen voorgeschoteld! Als je ergens wandelt en je glimlacht, krijg je altijd een glimlach terug.”
Simone: “Ik weet nog dat ik in Porto aankwam. Alle kleuren, het lekkere eten. Ik vond het direct leuk. De verwondering van het ontdekken van een nieuwe plek, dat maakt reizen zo mooi.”
Welke tip heb je voor mensen die ook de Camino willen lopen?
Anita: “Neem zo min mogelijk mee. Ik wilde heel duurzaam doen en had zo’n soapbar gekocht. Maar dat glibberige ding kun je na het douchen op geen schone en droge plek neerleggen. Ik reis nu met één tube met wasmiddel voor huid, haar en kleding. Ideaal! En hygiënisch. En ik zweer bij Nestosyl: een wondercrème tegen schaafwonden en jeuk.”
Simone: “Neem tape, talkpoeder en zonnebrand mee. En een petje.”
Anita: “En goede schoenen natuurlijk. Liefst een maat te groot, want je voeten worden dik door al het lopen.”
Simone: “En houd een dagboekje bij, in je telefoon of in een schrift. Je maakt zoveel mee dat het heel fijn is om het later nog eens terug te lezen.”
Anita: “Eigenlijk zou iedereen het een keer in zijn leven moeten meemaken. Je moet wel van wandelen houden natuurlijk. Maar het is echt een cadeau aan jezelf.”
Simone: “Soms gebeurt er onderweg iets onverwachts. Je kunt niet even iemand bellen om je te komen helpen. Je moet het zelf oplossen. Als je je dan weet te redden, dan weet je dat het altijd wel goedkomt. Dat maakt je veel krachtiger.”




