Gepubliceerd:

18 november 2023

In dit artikel:

Tekst:

Frederique Huting

Storm Wissink

Fotografie:

De Benedenstad van Nijmegen staat niet bekend om de vele groene plekken. Maar wist je dat er een aantal bewoners zelf bezig zijn met het creëren van hun eigen groene paradijsjes? In de zelf aangelegde binnentuinen, stadstuinen en buurttuintjes sprak BEP magazine een paar vrouwen over hun buurt en hun passie: de natuur.

Muzikaal maaien onder de Stevenskerk

De wens van de Nijmeegse Christel Kokke is in vervulling gegaan: na twee jaar lobbyen, werd in 2017 Stadstuin ‘t Oude Weeshuis geopend. Als eerbetoon aan de overleden initiatiefneemster, kreeg de tuin de bijnaam ‘het Christel Kokke Plantsoen’. Buurtbewoonster Ineke van Cromvoirt en haar medevrijwilligers nemen tegenwoordig de honneurs waar en zorgen ervoor dat de stadstuin altijd om door een ringetje te halen is.

“Op maandagochtend schoffelen, bezaaien, wateren en snoeien we de tuin”, vertelt Ineke. “Onder het genot van de prachtige, muzikale klanken van de Sint-Stevenskerk, maken we de tuin klaar voor een nieuwe week vol bezoekers.” De groene oase van rust ligt verstopt tussen de gezellige straatjes van de Benedenstad. “Er komen hier regelmatig mensen die geboren en getogen zijn in Nijmegen, maar nog niet wisten dat hier een stadstuin is.” Een echte verborgen parel, dus.

Vlak na de opening van de stadstuin bleek niemand zich verantwoordelijk te voelen voor het onderhoud. Christel Kokke was een jaar eerder overleden en nog niemand had haar opgevolgd. “Ik vond het zó jammer dat niemand die taak op zich nam, dat ik het zelf maar heb gedaan.” Zonder groene vingers, maar mét een flinke dosis zin, dook Ineke het stadstuin-avontuur in. “Via de buurtvereniging zijn nog drie andere vrijwilligers gevonden. We zien elkaar nu wekelijks om te klussen en te kletsen.”

“De stadstuin is onderdeel van wijkcentrum ’t Oude Weeshuis”, vertelt Ineke. “Alle buurtbewoners moeten zich er thuis voelen. Er is daarom voor iedereen wat te doen. Oudere buren zitten op de bankjes, de kleinste bewoners spelen op de klimtoestellen en cultuurliefhebbers kijken naar de bijzondere maquette van Nijmegen uit 1936.” En dat is nog niet alles, want de vrijwilligers hebben grootste plannen: “We zijn momenteel druk met het realiseren van een rozentuin en doen ons best om de stadstuin beetje bij beetje nóg mooier te maken.”

Minder steen, meer groeien

Ruim vier jaar geleden verhuisde Mieke Hydra van het groene Lindenholt naar de Benedenstad. Ze woont op een prachtige plek met uitzicht op de Waal en de oude haven. Vlak nadat Mieke aan de Oude Haven kwam wonen, werd een plan in werking gezet om een nieuwe binnentuin tussen de huizen en appartementen te realiseren. Het eindresultaat: een simpel stukje gras met wat paden. “Om eerlijk te zijn, vond ik het eerste ontwerp heel lelijk”, vertelt Mieke.

Mieke was niet de enige die de binnentuin niks vond. “Eén van mijn kinderen bood mij vier esdoornstruikjes aan, om in die nieuw aangelegde binnentuin te zetten. Het gras was van de gemeente maar als hij ze er neer wilde zetten, vond ik het prima”, vertelt Mieke. De vier esdoornstruikjes werden midden op het grasperkje geplaatst. “Toen kwam de ene buurvrouw met zaadjes, en de ander had nog wat plantjes.” Zo is het vuurtje gaan lopen en nu, zo’n drie jaar later, staat dat lelijke stuk gras helemaal vol met plantjes en bloemen.

Samen met haar buurvrouwen onderhoudt Mieke de binnentuin. “Een paar keer per week is één van ons er mee bezig. We hebben ooit Teunisbloem gezaaid, die groeit nu zo hard dat het er helemaal vol mee staat.” Mieke ziet graag meer groen in de omgeving. “Vooral in de benedenstad. Kijk maar eens naar de Waalkade, dat is één en al steen. Ons binnentuintje is nog niet perfect, maar al duizend keer mooier dan alleen een stukje gras.”

Onder het motto ‘Stenen eruit, plantjes erin’, is de buurt nog groener geworden. “Op initiatief van Operatie Steenbreek zijn er groepjes bewoners aan de slag gegaan met geveltuintjes. Letterlijk de stenen eruit en planten erin.” De benedenstad kleurt dus langzaam een stukje groener door de geveltuintjes en de binnentuin aan de Oude Haven.

Net als op de camping

Wanneer de eerste zonnestralen op het Johanniterhof schijnen, komen één voor één alle buren naar buiten. “We noemen het wel eens een camping”, lachen bewoners Marja Harmsen en Inez Kuijpers. De vrouwen besloten in 2007 dat het stuk gemeentegrond achter hun huizen wel een opknapbeurt kon gebruiken en staken direct de groene vingers uit de mouwen.

“Vroeger stond dit hofje bekend als ‘de drie bankjes’”, vertelt Inez. “Het werd door jongeren gebruikt als plek om in te drinken en te blowen.” Geen wenselijk uitzicht vanuit je huis, natuurlijk. “Er lag altijd rommel en er was veel geluidsoverlast”, vult Marja aan. “De mooie plek verdiende een andere bestemming. We zijn allebei dol op tuinieren en dienden daarom een plan voor een buurttuin in bij de gemeente.” Dit plan paste precies bij de wensen van de gemeente omtrent bewonersparticipatie en groen in de stad, dus Marja en Inez konden aan de slag.

Brokstukken uit heel Nijmegen liggen verspreid in het Johanniterhof. “Tegels van het oude Plein 1944, stenen van de Waalkade… het is Nijmegen in het klein”, lacht Inez. De tuin is niet puntgaaf, maar kent juist gezellige smalle paadjes en een grote variatie aan bloemen, struikenen bomen. “We houden het expres een beetje rommelig”, zegt Marja. “Het moet ook aantrekkelijk blijven voor de beestjes. Vogels, insecten en de familie egel zijn hier graag geziene gasten. Dat geldt in mindere mate voor de massaal aanwezige familie slak. Dat is ook meteen de reden waarom we minder moeite steken in eetbare planten: voordat deze zich kunnen ontwikkelen, hebben de dieren ze al opgevreten.”

De buurttuin heeft de omwonenden een stuk dichter bij elkaar gebracht. “In de zomer pakt iedereen een stoel uit hun eigen kleine achtertuintje en gaat gezellig in de buurttuin zitten”, vertelt Marja trots. “Het is de plek waar alle buren bij elkaar komen”, zegt Inez. “En ieder jaar wanneer de zon weer vertrekt, missen we elkaar en hopen we dat hij snel weer terugkomt.”